Levende gedichten ontstaan,
bij nacht en bij ontij,
wanneer dichters slapen gaan.
Gedichten laten zich pas schrijven,
wanneer de schrijver stopt met doen,
en hart en ziel toch verder gaan.
Gedichten dringen zich op,
bij angst en bij beven,
wanneer zij roepen in de woestijn.
Rijm ontstaat vanzelf,
wanneer woorden elkaar gaan zoeken.
Ritme beweegt spontaan,
wanneer zinnen blij uit dansen gaan.
Uit 'ZIE! waarom mensen dichten' van Albert Weijman
U kunt het gedichtenboek 'ZIE!waarom mensen dichten' (ISBN 978-94-92395-21-4) kopen bij uw boekhandel of direct hier bestellen!